Mesolijnen | Handvaardigheid: |
Handvaardigheid-handenarbeid en handwerken
K-HH1 |
basisvaardigheden |
De leraar oefent deze vaardigheden met de kleuters, afhankelijk van de leeftijd en de mogelijkheid van de kinderen. |
K-HH2 |
basisvaardigheden |
De leraar maakt deze werkstukjes met de oudste kleuters. |
K-HH3 |
basisvaardigheden |
De leraar laat de kinderen deze timmertechnieken oefenen aan de timmertafel onder zijn leiding of die van een assistent of ouder. |
K-HH4 |
basisvaardigheden |
De leraar laat de kinderen het proces van ruw naar glad ervaren, door het voelen van het speksteen. |
K-HH5 |
vormgeving en creativiteit |
De leraar laat de kinderen werkstukjes maken – soms door de leraar voorbereid – vaak in relatie met seizoenen of jaarfeesten. |
K-HH6 |
vormgeving en creativiteit |
De leraar laat de kinderen werkstukjes maken – soms door de leraar voorbereid, soms naar de eigen verbeelding. Vaak staan de opdrachten in relatie met seizoenen of jaarfeesten. |
K-HH7 |
vormgeving en creativiteit |
De leraar laat de kinderen werkstukjes maken – soms door de leraar voorbereid, soms naar de eigen verbeelding. Vaak staan de opdrachten in relatie met seizoenen of jaarfeesten. |
K-HH8 |
vormgeving en creativiteit |
De leraar laat de kinderen werkstukjes maken – soms door de leraar voorbereid, soms naar de eigen verbeelding. |
K-HH9 |
beschouwing |
Bij het gebruik van naaststaande materialen spreekt de leraar met de kinderen over de kwaliteit van de materialen. In sommige liedjes komen deze kwaliteiten ook voor: warme wol, harde steen… |
K-HH10 |
beschouwing |
De leraar praat met de kinderen over het gebruik van materialen: hout om te timmeren; papier om te tekenen of vouwen; wol om te weven. |
handschriftontwikkeling
K-HS1 |
motorisch-technische schrijfvaardigheid |
De leraar geeft oefeningen om de grove en de fijne motoriek te oefenen in de vorm van spelletjes en liedjes. Bewegingen met de hele arm vanuit de schouder, klop- en draaibewegingen vanuit de elleboog en kleine bewegingen vanuit de pols. |
K-HS2 |
motorisch-technische schrijfvaardigheid |
De leraar geeft oefeningen waarin doorgaande bewegingen (in de schrijfrichting) geoefend worden zoals rollende, golvende, puntige bewegingen en alternerende vormen zoals klein-klein-groot etc. |
K-HS3 |
motorisch-technische schrijfvaardigheid |
De leraar ziet erop toe dat de kinderen ontspannen en met een juiste druk op blokje, krijtje of potlood tekenen; corrigeert het ‘wilde’ krassen als vlakvulling en leert de kinderen meer beheerste technieken. |
K-HS4 |
motorisch-technische schrijfvaardigheid |
De leraar leert de kinderen (door voorbeeld, vanuit vingerspelletjes en gerichte ‘potloodgreepspelletjes’) een goede potloodgreep. |
K-HS5 |
motorisch-technische schrijfvaardigheid |
De leraar draaft er zorg voor dat kinderen bij het tekenen recht op hun stoel zitten als voorbereiding op een juiste schrijfhouding. |
K-HS6 |
grafische vormgeving |
Vanuit imitatiespelletjes laat de leraar de kinderen afgeronde ruimtelijke bewegingen nadoen. |
K-HS7 |
grafische vormgeving |
De leraar bereidt het natekenen vanaf een schoolbord voor door kinderen eenvoudige vormen te laten natekenene vanaf een schoolbord of blad. |